Niet op de binnenplaats
Een open terrein in het gebouw, zoals een binnenplaats of binnentuin, wordt beschouwd als een inpandige ruimte. Hiervoor geldt het rookverbod. Het buitenterrein moet dus echt buiten het gebouw liggen.
Voorwaarden
Aan de rookruimte op het buitenterrein worden voorwaarden gesteld. Bij het plaatsen van de abri of andere voorziening voor rokers moet ervoor worden gezorgd dat deze:
- niet aan het gebouw grenst of is bevestigd (dus geen afdakje);
- geen overlast naar binnen geeft (dus niet bij een raam);
- geen overlast geeft aan personen die het gebouw willen betreden;
- geen andere functie of faciliteiten heeft zodat niet-rokers deze voorziening niet hoeven te betreden.
Open lucht
Een rookruimte in de open lucht, dus zonder overkapping of dak, is toegestaan. Let wel op hetgeen hierboven staat over binnenplaatsen: daar mag het niet. En ook mag het geen hinder of overlast veroorzaken naar aangrenzende ruimten van het eigen of een ander bedrijf, dus bijvoorbeeld niet bij een raam of deur.
Instemmingsrecht OR
Het rookbeleid is onderdeel van het arbobeleid. Voor het invoeren of veranderen van dit beleid is instemming nodig van de Ondernemingsraad (OR). De OR kan echter geen maatregelen tegenhouden als daardoor een toestand ontstaat die in strijd is met het wettelijke rookverbod.
Meer weten?
KVGO leden die hier vragen over hebben kunnen contact opnemen met Maarten Reuderink, telefoon 020 543 56 78 of via email (info@kvgo.nl) onder vermelding van ‘rookverbod’.