Eerder met pensioen
Lang is stilgestaan bij de afspraak uit het pensioenakkoord om het tijdelijk mogelijk te maken dat mensen in zware beroepen eerder stoppen met werken.
De vakbonden hebben voorgesteld om een dergelijke regeling ook in de grafische sector te introduceren. Dit zou, in hun voorstel, gefinancierd kunnen worden door middel van een door werkgevers te betalen bedrijfstakpremie. Vandaag werd duidelijk dat een algemene regeling voor alle werknemers die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2025 binnen drie jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, onhaalbaar is. De door werkgevers gedurende acht jaar te betalen premie zou 3,5% per jaar gaan bedragen. Dit is door Reinier de Koning in het overleg bestempeld als ‘over de top’. Dit is echt buitenproportioneel, aldus de werkgeversonderhandelaar.
Vervolgens is geëxploreerd of er andere manieren zijn om de regeling toch mogelijk te maken. Zo is gesproken over een regeling uitsluitend voor werknemers van 64 jaar of ouder die werken in een bedrijf waar gereorganiseerd moet worden. Zij zouden dan, bij wijze van plaatsmakersregeling, eerder kunnen stoppen met werken en dat zou door hun eigen werkgever worden gefinancierd. Deze regeling zou dan in plaats zijn gekomen van een transitievergoeding. In deze optie is dus geen sprake van een door alle werkgevers te betalen premie. De vakbonden konden zich hierin niet vinden.
Een andere gedachtegang is om de regeling niet generiek toegankelijk te maken maar, in lijn met het pensioenakkoord, uitsluitend voor de mensen in de zware beroepen open te stellen. In onze sector kan je dan bijvoorbeeld denken aan ploegendienstmedewerkers. De volgende bijeenkomst zullen we hierover doorpraten.
Verdeling van de verhoging van de pensioenpremie
De kostendekkende premie van de pensioenregeling moet, zo heeft het PGB de cao-partijen eerder laten weten, per 1 januari 2021 met 3,25%-punt worden verhoogd. De kans dat deze verhoging niet door hoeft te gaan door wijziging van overheidsbeleid is minimaal. Vandaag hebben cao-partijen besproken om deze verhoging, in lijn met het werkgeversvoorstel, gelijkelijk te verdelen over werkgevers en werknemers. Dat zou betekenen dat werknemers 9,38% pensioenpremie gaan betalen (huidige werknemerspremie: 7,75%) en werkgevers 13,38% (huidig: 11,75%).
Loon
Het laatste complexe thema van deze onderhandelingsdag, is de loonsverhoging. Zoals in het eerste cao-overleg besproken, is de situatie in de bedrijfstak verre van rooskleurig. Dit betekent wat werkgevers betreft in ieder geval tot 1 augustus 2021 geen loonsverhoging.
Het vervolg
Zoals gezegd is de puzzel complex. Er is nog geen definitieve afspraak: uiteindelijk wordt alles in samenhang met elkaar bezien. Vandaar dat er nieuwe onderhandelingsdata zijn afgesproken. De eerstvolgende bespreking vindt plaats op 11 november.