Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina.

Goede wil kan grote afstand aan cao-tafel nog niet overbruggen

Werkgevers en de vakbonden hebben woensdag 11 november 2020 wederom over de cao gesproken. Ondanks de goede wil bleek het moeilijk om concrete stappen te zetten.

André Marcelis is namens de werkgeversdelegatie de dag begonnen met het over het voetlicht brengen van de situatie in de bedrijfstak. Hij heeft benadrukt dat er door corona diepe gaten geslagen worden in de omzet. De tweede golf en de lockdown versterken de crisis die al gaande was. Reinier de Koning: ‘Er is echt geen geld’. Er is nauwelijks ruimte, naast de loonkostenverzwaring die op ons afkomt door de noodzakelijke pensioenpremieverhoging en de herleving van de premie-inning voor het A&O-fonds en de Van Werk Naar Werk-regeling.

Voortzetting

De vorige onderhandelingsdag hebben cao-partijen besteed aan een eerste verkenning van de drie belangrijke thema’s, te weten eerder met pensioen, de pensioenpremie en looptijd in combinatie met loonsverhoging. Deze dag zijn we hiermee verder gegaan.

Gesproken is over de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken. De vorige keer is uitgerekend dat de premie voor een regeling waar alle werknemers die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2028 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken van gebruik kunnen maken onbetaalbaar is, namelijk 3,5%. Vervolgens is gekeken of het ‘zwaar beroep in de grafische sector’ te definiëren is. De enige mogelijkheid die cao-partijen zagen, was de mensen in ploegendienst. De premie zal dan alsnog minstens 1,4% gaan bedragen. Werkgevers hebben aangegeven weinig te voelen voor een fonds waarvoor alle bedrijven premie moeten betalen terwijl daar slechts een deel van de werknemers gebruik van kan maken. De vakbonden kwamen hierop met het idee van een duurzame inzetbaarheidsfonds: een fonds waar niet alleen mensen gebruik van kunnen maken als ze eerder willen stoppen met werken maar waar ook andere projecten gericht op duurzame inzetbaarheid van gefinancierd kunnen worden. Mogelijk is daar overheidssubsidie voor beschikbaar.

Een ander onderwerp was de pensioenpremieverdeling. De vorige ronde is besproken om deze verhoging gelijkelijk te verdelen over de werkgevers en werknemers. Vandaag hebben cao-partijen unaniem besloten om de verhoging van de pensioenpremie te accepteren om daarmee versobering van de pensioenregeling te voorkomen. Verder is als denkrichting geuit dat, mocht er, ondanks de goede wil van zowel werkgevers als werknemers, vóór 1 januari 2021 geen cao-akkoord worden bereikt, de premie zal worden verhoogd in lijn met de huidige premieverdeling, namelijk 40% voor rekening van de werknemers en 60% voor rekening van de werkgevers.

Ten slotte is loon in combinatie met looptijd besproken. Hieruit bleek een grote afstand tussen de eisen van de vakbonden en de mogelijkheden van werkgevers.

Het vervolg

Maandag 16 november treffen cao-partijen elkaar voor de vierde onderhandelingsdag.