Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina.

Ontwikkeling indirecte kosten in 2020 verstoord door Corona

Net als in voorgaande jaren heeft het KVGO de werkelijke ontwikkeling van de indirecte kosten in 2020 berekend. Uiteraard zal die voor ieder bedrijf verschillend zijn geweest, maar het algemene beeld laat een ontwikkeling zien die op sommige onderdelen behoorlijk afwijkt van de prognose van september 2019.

Centraal Planbureau

Het Centraal Economisch Plan 2021 van het Centraal Planbureau vormde ook deze keer de basis voor de berekening van de ontwikkeling van de indirecte kosten in 2020. Opnieuw blijken de samenstellende delen van de indirecte kosten een uiteenlopende ontwikkeling te laten zien. Zo blijken de kosten van ‘indirecte materialen’ met 3,3% gedaald te zijn en de ‘arbeidskosten’ met 6,8% gestegen. In de prognose uit september 2019 voorzag het CPB een stijging met 3,2% van de ‘indirecte materialen’. Een fors verschil dus tussen prognose en werkelijkheid. De maatregelen omtrent COVID-19 in maart 2020 zal hieraan ongetwijfeld debet aan zijn.

Bij de ‘arbeidskosten’ zien we een behoorlijk sterkere stijging dan voorzien. De prognose hield het op +3%, dat blijkt dus het dubbele te zijn geworden. De post incidenteel levert hieraan de grootste bijdrage (+3,9%). Ook de ‘afschrijvingen’ stegen sterker dan verwacht. De prognose kwam uit op een toename van 4,5% en dat bleek een stijging van 5,9% te zijn geworden. Een directe verklaring voor deze toename hebben we niet, vooral niet omdat de investeringen in 2020 eerder af- dan toenamen. De kosten van ‘diensten van derden’ liepen aardig in de pas met de prognose: een stijging met 3,6% na een verwachting van 3,5%. Daarentegen bleef de werkelijke ontwikkeling van de kosten van ‘verzekeringen’ ver achter bij de verwachting. Het CPB voorzag in september 2019 nog een stijging hiervan van vijf procent, dat blijkt 0,95% te zijn geworden.

Renteontwikkeling

De renteontwikkeling blijft een geval apart. In 2020 kwam de lange rente in Nederland uit op -0,4%. Voorzien was nul procent, terwijl in 2018 dit percentage nog 0,6% bedroeg. In 2019 sloeg het teken voor de lange rente om. Dit had een zeer verstorend effect op de berekening van de ontwikkeling. De mutatie kwam daardoor ruim boven de honderd procent uit. De korte rente in het Eurogebied bleef in 2020 stabiel op -0,4%. In onze berekeningsmethode leidden beide ontwikkelingen tot een mutatie van meer dan tweehonderd procent. Daarom kiezen wij ervoor de renteontwikkeling op nul (0) te zetten.

De werkelijke ontwikkelingen in 2020 zullen door de uitbraak van COVID-19 en de daaruit voortgekomen lock-downs flink verstoord zijn. Het is dan ook met de nodige omzichtigheid dat we deze ontwikkelingen presenteren. Meer nog dan in voorgaande jaren geldt dat elk individueel bedrijf een eigen ontwikkeling zal hebben doorgemaakt.

Tool indirecte kostenontwikkeling

Wij hebben voor onze leden een applicatie ontwikkeld waarmee ze de ontwikkeling van de indirecte kosten voor hun bedrijf kunnen berekenen. Klik hier voor de applicatie.