“Decennia lang waren we een fonds van en voor de grafimedia. Maar sociale partners uit verschillende sectoren besloten hun pensioenregelingen bij ons onder te brengen. Daarom heeft het bestuur dit jaar besloten om de naam te veranderen in Pensioenfonds PGB,’’ meldt het fonds in een nieuwsbrief. ‘’Het is geen heel grote verandering. We blijven verbonden met de grafische sector, maar willen wel het verschil laten zien.”
Bestuurslid Arnold Verplancke geeft in een column een verdere toelichting. “In het nieuwe jaar verhuist de naam Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven naar het museum, waar ook de onderkast, de zetmachine, de cicerolat, het loodzetsel, de styp en de matrijs te vinden zijn. Het proces is al lang gaande. Begin deze eeuw kende het pensioenfonds eigenlijk maar twee ouders: de organisaties van werkgevers en werknemers in de grafische industrie. Een krimpende bedrijfstak helaas. Dat was ook de reden voor het fonds om zijn draagvlak te verbreden, in goed overleg met de ouders en in het belang van de eigen deelnemers. Hoe minder deelnemers, hoe zwaarder immers de kosten van pensioenadministratie en vermogensbeheer relatief gingen drukken. De uitbreiding van het fonds paste ook in de consolidatieslag die gaande was in de sector: honderden fondsen werden opgeheven.”
Maritiem
Inmiddels komt een groot deel van de deelnemers uit andere sectoren dan de grafische. “Steeds moeilijker is uit te leggen waarom het pensioenfonds van zeevissers, bloemengroothandelaren en baggeraars ‘grafisch’ heet. Daarom handhaven we de afkorting als zelfstandige naam: Pensioenfonds PGB.”
Niet omhoog
Verder laat PGB weten dat de pensioenen per 1 januari 2016 opnieuw niet omhoog gaan en dus verder achter blijven bij de prijsstijging. De financiële situatie is niet goed genoeg om een toeslag te kunnen geven. De komende jaren blijft de kans op een hoger pensioen ook klein.
Bestuursvoorzitter Ruud Degenhardt: “Dat is geen prettige boodschap. We willen graag dat uw pensioen koopkracht behoudt. Maar de rente blijft voorlopig laag.” De dekkingsgraad moet boven de 110 procent zijn om de pensioenen te kunnen verhogen. Die is nu ongeveer 101,8 procent. Dat komt vooral omdat de rente laag is. Verder zijn de financiële markten onrustig en zijn de rekenregels deze zomer veranderd.