Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina.

Nieuwe prognose ontwikkeling indirecte kosten 2016

Het KVGO heeft na het verschijnen van de Macro-Economische Verkenning de prognose van de ontwikkeling van de indirecte kosten in het komend jaar laten berekenen.
Kijkend naar de kostensoorten die samen de indirecte kosten vormen, zien we dat de ‘Indirecte materialen’ in 2016 naar verhouding ruim in prijs zullen veranderen. Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet een stijging met bijna drie procent.

Voor de ‘Arbeidskosten’ verwacht het CPB een toename in vrijwel dezelfde orde van grootte. Blijkbaar gaat men er van uit dat in 2016 de contractlonen weer wat sterker zullen stijgen. Ook de post ‘Incidenteel’ groeit meer dan voorheen.  Ook de sociale lasten stijgen voor de werkgever. Daardoor groeit de loonvoet voor bedrijven met 2,5 procent.

prognose 2016Afschrijvingen
De enige jaren van stilstand bij de investeringen hebben effect op de ‘Afschrijvingen’. Hierin komt duidelijk verandering, een stijging met 3,28  procent is bepaaldelijk als wezenlijk te beoordelen. Tevens is belangrijk dat na de voorgaande dalingen en een heel kleine stijging in 2015 dit laatste zich in 2016 versterkt voortzet.

Iets hoger
Anders is het gesteld met de ‘Diensten van derden’. Daar moet gerekend worden met een stijging van 1,6 procent. In de lijn van de ontwikkeling is dit gematigd. De lange rente in Nederland bevond zich in voorgaande jaren al op een historisch laag niveau. Daar kwam in 2015 een duidelijke terugval bovenop. Het niveau zakte naar 0,70 procent. In 2016 komt de korte rente iets hoger uit, op 0,90 procent, maar blijft deze onveranderd laag. De korte rente op Europees niveau blijft onverminderd laag.

Het niveau kwam in 2015 en komt naar verwachting ook in 2016 uit op 0 procent. Omdat we bij de ontwikkeling van de rente uitgaan van de langere termijn worden deze ontwikkelingen gedempt. Bezien over een voortschrijdende periode van vijf jaar komen we daarom nog steeds uit op een daling, zij het een stuk beperkter dan in voorgaande jaren.

Verzekeringen
In onze berekening vergelijken we de periode 2011 tot en met 2015 met de periode 2012 tot en met 2016. De meeste leningen zullen immers ook een langere looptijd hebben dan één jaar, waarbij de rente gebaseerd is op die langere duur. Tot slot zien we bij de ‘Verzekeringen’ een iets sterkere stijging dan we een jaar geleden voor 2015 verwachtten.

Over het geheel genomen zal het, ondanks alle positieve berichten, broze economische herstel weinig invloed hebben op de ontwikkeling van de indirecte kosten in de bedrijfstak. Bij de indirecte materialen en de afschrijvingen zien we afgetekende stijgingen. Dat kan wijzen op een toenemende vraag en iets meer investeringen. Gunstig is dat de arbeidskosten en de diensten van derden zich meer gematigd ontwikkelen.

Grafimediabedrijven verschillen onderling en de diverse kostensoorten zullen bij ieder bedrijf een ander effect hebben op het totaal. De wegingsfactoren van de kostensoorten per bedrijf verschillen en daardoor kent ieder bedrijf een ander eindresultaat.