Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina.

Rob Vinke op Fit & Flexibel 3: “Koppel generaties aan elkaar”

De opeenvolgende generaties, van de stille generatie van voor de oorlog tot de millennials en verbinders van nu, vertonen steeds kenmerkende verschillen. Die typische eigenschappen hebben grote invloed op de manier waarop mensen met hun werk omgaan. Ondernemers kunnen verschillende generaties in een bedrijf inzetten en ze ‘aan elkaar koppelen’. “Vitaliteit door generaties is de grote uitdaging.”

Dat betoog hield van prof dr. Rob H. W. Vinke, arbeids- en organisatiepsycholoog en emeritus hoogleraar aan een aantal universiteiten tijdens Fit & Flexibel 3 in Zeist. “We hebben hier weinig mensen van de jonge generatie, die zijn virtueel met ons verbonden”, was zijn binnenkomer.

Een generatie wordt, aldus Vinke, gedefinieerd als ‘een vaste groep mensen die in hun ontvankelijke jaren (van 10de tot 25ste levensjaar) dezelfde sturende invloeden hebben ondergaan vanuit de economische en sociale situatie. “Generaties zijn daarbij wel herkenbaar maar niet homogeen”.

Privacy bestaat niet
De opeenvolgende generaties vertonen zeer uiteenlopende kenmerken, iets waar ondernemers op in kunnen spelen, hield hij zijn KVGO-gehoor voor. De ouderen, geboren voor 1940 dus nu vaak van het werktoneel verdwenen, stonden bekend om het opofferen.

De babyboomers die nu nog vaak aan het roer staan zijn vooral eigenwijs – ‘wat hebben wij een ellende veroorzaakt’ – terwijl de daarop volgende groep, geboren van 1955 tot 1970, de loyale harde werkers vertegenwoordigt. Vervolgens gaat het tot 1985 vooral om toepassers en noemt Vinke de millennials die nu snel opgang maken op de arbeidsmarkt ‘uitnutters’.

“Door die verschillen kijken mensen ook anders tegen de arbeidsmarkt aan. Voor de babyboomers was het soms een probleem werk te vinden. Die zijn daardoor over het algemeen erg loyaal. Het motto was: werk is belangrijker dan talent en verander nooit van baan.16_10_ff_rob_vinke_2

De generatie van 1985 tot 2000 wordt vaak langzamer volwassen, ook al omdat hun ouders veel beslissingen voor ze nemen. Eenmaal bij een bedrijf, willen ze dat de werkgever hen de kans biedt zo snel mogelijk hun talenten te ontplooien zodat ze vooral snel carrière kunnen maken. Daarbij geven ze ongezouten kritiek, maar zijn ze ook gauw weer verveeld en stappen dan weer op. Voor hen is talent dus belangrijker dan werk terwijl ze ook graag regelmatig de leefsituatie zien veranderen.”

Opmerkelijk conclusie daarbij is dat privacy voor deze groep niet bestaat: werk en privé zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Geen sociale werkplaats
Vinke benadrukt dat mensen die veel van hun talenten weten in te zetten vaak de beste resultaten bereiken. “Je op één ding concentreren, dat wordt al snel saai.” Een belangrijke boodschap is ook dat waardering van grote waarde is: “Als je een paar weken ziek bent geweest en na terugkeer blijkt eigenlijk niemand je gemist te hebben, dat is pas erg.”

Tegelijkertijd betekent dat niet dat bedrijven een sociale werkplaats moeten worden. De boodschap is uiteindelijk de verschillende talenten zo goed mogelijk in te zetten.

“Geef aandacht en ga uit van de verwachtingen van de mensen. Regel meer flexibiliteit en zorg voor inzetbaarheid. Geef vitaliteit. Het resultaat is dan: van boeien en binden naar verbinden en toegang geven tot waarden en netwerken.”