In 2021 bedraagt de Aof-premie 7,53%. Dat is inclusief de opslag voor kinderopvang.
Een andere premiestelling voor grote en kleine ondernemingen
Vanaf 1 januari 2022 wordt er een onderscheid gemaakt tussen kleine en (middel)grote ondernemingen. De grens tussen klein en middel(groot) wordt gelegd op 25 werknemers of preciezer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar (uitgaande van het jaar 2021: € 34.600 per werknemer).
Werkgevers met een totaalloonsom beneden dit bedrag zullen naar verwachting een Aof-premie gaan betalen die 1,0%-punt lager ligt. Werkgevers met een loonsom boven dit bedrag zullen een premie betalen die 0,1-%-punt hoger ligt. Het verschil tussen beide zal dus 1,1%-punt bedragen.
Wat is de aanleiding voor deze wetswijziging?
In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-III was afgesproken de loondoorbetalingsverplichting voor kleine werkgevers te verkorten tot een jaar. En voor het tweede ziektejaar een collectieve verzekering af te sluiten, te betalen door kleine werkgevers. Dit is niet haalbaar gebleken. Om kleine werkgevers toch tegemoet te komen is gekozen voor een lagere Aof-premie. Het uit deze maatregel voortvloeiende premievoordeel kunnen werkgevers gebruiken om zich te verzekeren tegen ziekteverzuim.
Verandert er nog meer?
Voor de vaststelling van de (UWV-)premies voor de Werkhervattingskas (ziektewet en WGA) wordt nu een onderscheid gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote werkgevers. Deze indeling gaat met deze wetswijziging ook veranderen: vanaf 2022 wordt er een onderscheid gemaakt tussen kleine en (middel)grote ondernemingen gebaseerd op de hierboven omschreven grenzen.
Is de premie voor 2022 al definitief?
De systematiek, zoals hierboven omschreven, is definitief en gaat in per 1 januari 2022. De premies en de bedragen van het gemiddelde premieplichtige loon worden, zoals gebruikelijk, in het najaar vastgesteld.
Meer weten?
Neem dan contact op met Maarten Jansen, via 020-5435 678 of m.jansen@kvgo.nl.