Sla het menu over en ga direct naar de content van deze pagina.

Werkelijke indirecte kosten 2016

Zoals ieder jaar heeft het KVGO na het verschijnen van het Centraal economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB) de werkelijke ontwikkeling van de indirecte kosten laten berekenen. Deze berekening volgt op die van de prognose voor 2016 in het najaar van 2015.

Uit die cijfers blijkt dat de indirecte kosten vorig jaar lager zijn uitgekomen dan werd verwacht. Oorspronkelijk was nog uitgegaan van een kostenstijging maar uit het Centraal Economisch Plan blijkt dat de prijsontwikkeling in 2016 aanzienlijk gematigder is geweest dan wat het CPB in september 2015 nog voorspelde.

Gematigder
Bij de indirecte materialen ging het CPB uit van een prijsstijging met 2,9 procent terwijl in werkelijkheid sprake is geweest van een daling met 2,2 procent. Ook de arbeidskosten ontwikkelden zich gematigder dan voorzien. De prognose was hier een stijging met 2,5 procent terwijl de arbeidskosten uiteindelijk met niet meer dan 1,7 procent omhoog zijn gegaan. Soortgelijke verschillen zijn ook zichtbaar bij andere posten zoals de prijs van diensten door derden en de kosten van verzekeringen.

Dat alles leidt tot de conclusie dat de ontwikkelingen in de indirecte kosten voor grafische bedrijven waarschijnlijk gematigder is geweest dan werd voorzien. De prijsontwikkeling is minder geweest dan verwacht, vermoedelijk doordat het economisch herstel trager op gang is gekomen dan gehoopt. Benadrukt wordt echter wel dat de samenstelling van de indirecte kosten sterk bedrijfsgebonden is .

Ander  effect
Grafimediabedrijven verschillen onderling en de diverse kostensoorten hebben bij ieder bedrijf een ander effect op het totaal. De wegingsfactoren van de kostensoorten per bedrijf verschillen. Daardoor kent ieder bedrijf een ander eindresultaat